Schrijfrituelen. Hoe belangrijk ze zijn merkte ik toen mijn favoriete pen weer eens zoek was. Ik heb geen dure smaak in kantoorbenodigdheden (de foeilelijke pennen die mijn online leverancier gratis meestuurt bij de printerinkt schrijven heel fijn), maar heb wel mijn voorkeuren. Een ode aan inkt en papier.

Inkt
Vroeger schreef ik veel met vulpen. Een vulpen gaat naar je handschrift staan, zeggen ze. Ik kon watertanden bij een Sheafferpen in de etalage van de Vulpenwereld, maar het lekkerste schreven de goedkope vulpennen van de Scholencampus bij de V&D.
In die tijd – we zijn even terug in de jaren tachtig – was het in om inkt in allerlei bizarre kleuren te gebruiken. Paars en bruin. rampzalig op het grauwe kringlooppapier dat toen gebruikelijk was. De blaadjes die ik nog heb zijn zo verbleekt dat je de tekst haast niet meer kunt lezen.

Mijn vulpen gebruik ik niet vaak meer. Ik knoei.
Nooit tijdens een college je inktpatroon vervangen, en er nooit, echt nooit, in knijpen om te kijken of de inkt niet uitgedroogd is (spoiler: nee).

Fijnschrijvers en balpennen, daar schrijf ik nu mee. Ze moeten licht schrijven, niet vlekken of teveel inkt ineens afgeven, maar vooral ook niet te zuinig zijn.
Door laffe dunne lijntjes verlies ik de moed. En voor schrijven heb je moed nodig.
Op een vast tijdstip schrijven helpt. Zoals ongeveer de helft van de wereld schrijf ik elke ochtend eerst mijn hoofd een beetje leeg in een notitieboek. Het is ook gelijk een warming up. ‘Morning pages‘ noemt Julia Cameron dat ritueel in haar boek The Artist’s Way.
Papier
In de keuze van notitieboeken ben ik kieskeurig. Ze mogen niet te mooi zijn. Dan ga ik ze namelijk hamsteren.
Mooie notitieboeken zijn voor mij als bling-bling voor een ekster: ik moet ze hebben, ook al heb ik er thuis nog 23 ongebruikt liggen.

Omdat ze wel mooi, maar helemaal niet praktisch zijn. Te strak gebonden. Geen lijntjes maar ruitjes hebben. Ik kan niet schrijven op ruitjes van 5 millimeter.
Of omdat ik bang ben om ze te verpesten.
Een tip voor wie ook last heeft van mooi-papier-verpest-angst. Maak expres een dikke krabbel op de eerste witte pagina. Doe het maar. Probleem opgelost. Je nieuwe bankstel zit ook pas ontspannen als de eerste vlek een feit is en de vlekkenafstotende laag niet werkt. Het doet even zeer, maar daarna kun je met een gerust hart een feestje geven.
Heel lang kon ik alleen goed schrijven op Sigma A5 spiraalblokken. Ik kocht ze in grootverpakking bij de Makro. Toen veranderden ze, en sindsdien doe ik zonder.
Een beetje vreemd papier heeft aantrekkingskracht. In mijn schooltijd hield ik dagboeken bij in Chinese notitieboekjes. Pagina’s bedrukt met oranje pauwen en andere patronen, waar je overheen moest schrijven. Best lelijk, maar ze schreven fijn.

Waar ik ook graag op schrijf zijn restblaadjes uit oude schoolschriften, proefwerkblokken (van dat lekkere gladde papier) en reclamenotitieblokjes. Deze blog ontstond op een reclameblok van een bank. Het is al oud en was van mijn inmiddels overleden schoonvader, die haast nooit iets opschreef.
Digitaal
Digitaal schrijven, natuurlijk doe ik dat ook. Maar liever op mijn grote desktopscherm dan op mijn laptop of telefoon. Over de daaraan verbonden rituelen een andere keer meer.
Wat geeft jou houvast tijdens het schrijven?
[mailerlite_form form_id=1]